Recreatie en Varen

Nederland is een waterland. Watersport en -recreatie is in Nederland altijd belangrijk geweest. Recreatie heeft ook voor de Reeuwijkse Plassen vanaf het ontstaan een grote betekenis gehad. Van het allereerste begin is weinig bekend. Ook hier citeert de VWR Dr. A. Scheygronds monografie ‘De Reeuwijksche en Sluipwijksche Plassen’ (1933) blz. 40 (link): ‘Vele jaren zijn deze plassen vrijwel onopgemerkt blijven liggen, maar daarin is kentering gekomen. Waren ze vroeger slechts bekend aan enkele Goudsche wandelaars en liefhebbers van de watersport, die in 1911 de Roei- en Zeilvereeniging “Gouda” oprichtten en in ‘s-Gravenbroek een vriendelijk clubhuis stichtten, in de laatste jaren is men – mede dank zij den strijd, welke een viertal jaren tegen de drooglegging is gevoerd – gaan beseffen welke groote beteekenis deze plassen, speciaal voor Gouda, hebben.

En verder op blz. 41: ‘In Sluipwijk, langs de Platteweg, den Korsendijk en op nog enkele plaatsen hebben bovendien tal van Gouwenaars en ook Hagenaars en Rotterdammers een stukje grond gehuurd of gekocht , waarop zij een huisje of een aardig theekoepeltje lieten zetten’.

Het voert te ver om de gehele recreatieve ontwikkeling te schetsen. Maar vanaf de 30’er jaren tot midden jaren 70 van de vorige eeuw waren er vele recreatieve voorzieningen die voor die tijd zeker niet kleinschalig te noemen waren: Elfhoeven, door de gemeente Reeuwijk gesticht, met een hotel, restaurant, jachthaven en een prachtige zweminrichting, waarvan de restanten na meerdere branden nog steeds te zien zijn. Aan de Platteweg waren diverse jachtwerven en verhuurbedrijven van roeiboten en kano’s. Camping, uitspanning, bad- en zweminrichting, botenverhuur Vrijhoef van de familie Van Houwelingen en café-restaurant Het Vaantje waren een begrip in Gouda en verre omstreken. En zo waren er ook in Sluipwijk veel kleinschalige horeca en recreatiebedrijven.

Met deze, incomplete historische schets, maakt de VWR u duidelijk dat ze zich realiseert dat watersport en recreatie onverbrekelijk bij de Reeuwijkse Plassen horen.

De recreatie aan en op de Reeuwijkse Plassen kende en kent nu nog vele verschijningsvormen als de watersport (zeilen, roeien, kanoën, motorbootvaart), de verblijfsrecreatie in zomerwoning of recreatiewoning, in een boot in de jachthaven of in een tent op eigen grond, de dagrecreatie op eigen grond of openbare terreinen en het wandelen en fietsen langs de plasoevers en niet te vergeten het ijsvermaak in strenge winters. In de laatste 10 jaar heeft er een verschuiving plaatsgevonden van zeilen en roeien naar de motorbootvaart van vooral het type sloep. Een boottype dat landelijk aan populariteit heeft gewonnen. Juist in de aangrenzende woonwijken hebben de bewoners in elk slootje, hoe klein ook, met een verbinding naar de plassen, een sloep liggen. Ook heeft de gemeente Reeuwijk en de projectontwikkelaars veel woningen verkocht met de aanduiding ‘met vaarverbinding naar de Reeuwijkse Plassen’. Dat heeft de grond- en woningprijzen flink opgedreven. Zo is in de Breevaart langs de Raadhuisweg een aantal ligplaatsen gecreëerd en is voor de bewoners van de Multifunctionele Locatie zelfs een aparte jachthaven aangelegd. Een vorm van ‘baatbelasting’ of ‘compensatiegeld’ uit de extra winst die werd verkregen door de vaarverbinding met de plassen, was op z’n plaats geweest. Die had ten goede moeten komen aan het gebied. Al was het alleen maar geweest voor het onderhoud van de gemeentelijke eigendommen in de plas Elfhoeven en delen van ’s-Gravenbroek. Het is een gemiste kans voor allen.

In 1987 hield de VWR een botentelling. Het is de moeite waard die weer te doen. Dan zal blijken waar de meeste boten liggen, bij de eigenaren van het gebied, in de jachthavens en bij de watersportverenigingen of in de omliggende woonwijken van Reeuwijk Brug. De VWR schat in dat het aantal boten van de eigenaren ver in de minderheid is ten opzichte van de boten van mensen die geen eigendom in het plassengebied hebben. Kortom, de indruk is dat er meer recreanten varen dan eigenaren. Gelukkig varen niet alle mensen tegelijk. Topdagen zijn Hemelvaartdag, Pinksteren en de weekenden tot aan de zomervakanties, tenminste als het goed weer is. Dan kan men bij wijze van spreken over de boten lopen. Vreemd genoeg is de drukte in ze zomervakantie veel minder. In tegenstelling tot vroeger brengen de huidige waterrecreanten hun zomervakantie niet aan de plassen door.

Eigenlijk is het vreemd dat iedereen zo maar door het gebied, dat andermans eigendom is, kan varen. Wie laat dit nou toe in zijn voortuin of de vijver van zijn huis? De VWR besefte bij de oprichting enerzijds wel degelijk dat het recreatieve gebruik van de Reeuwijkse Plassen gemeengoed was, maar wilde anderzijds de grenzen van het gebruik ook afbakenen en voerde daarvoor enkele processen. Zie daarvoor het thema Eigendom hiervoor. De uitkomst van die processen was dat voor het georganiseerde gebruik – lees wedstrijden – de watersport toestemming moet vragen aan de eigenaren. Maar ook dat de doorvaart van de ene naar de andere plas niet geblokkeerd mag worden. Over het al of niet openbaar zijn van alle plassen heeft de rechter geen uitspraak gedaan. Voor het georganiseerde gebruik stelde de VWR jaarlijks een overeenkomst op met de toenmalige Werkgroep Reeuwijkse Plassen (WRP) van het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond (KNWV), thans de Stichting Werkgroep Reeuwijkse Plassen (SWRP). Deze overeenkomst wordt nu gehanteerd bij de jaarlijkse vaststelling van de watersportkalender in de Stichting VEEN. In 1997 hebben de VWR en de gemeente Reeuwijk zich ingespannen om de drie verenigingen van watereigenaren en de gemeente op één lijn te krijgen. Dat is gelukt. De uitgangspunten voor het gezamenlijk te voeren beleid zijn vastgelegd in een Convenant Reeuwijkse Plassen (1998). Zowel de gemeente als de eigenaren waren het er over eens dat de recreatie te intensief werd, de regels voor verantwoord varen niet werden nageleefd en dat er te weinig rekening werd gehouden met de natuur en de belangen van de eigenaren. Afgesproken werd de recreatiedruk te beperken, de natuurwaarden te herstellen en te ontwikkelen, regels omtrent het varen op te stellen in de Algemeen Plaatselijke Verordening, het toezicht op het varen te intensiveren en het gebied verboden te verklaren voor het varen, tenzij er een ontheffing is verleend. De gemeente Reeuwijk maakte de regelgeving in de APV, maar de uitvoering werd opgedragen aan de Stichting VEEN.

De VWR is voor

  1. Evenwicht in recreatief gebruik en behoud van natuurwaarden.
  2. Respect en begrip voor het particulier eigendom bij recreanten en instanties als de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, de Provincie Zuid-Holland en het Natuur- en Recreatieschap Reeuwijkse Plassen en de daarin participerende gemeenten.
  3. Compensatie voor de eigenaren voor het recreatieve gebruik van hun eigendom door niet eigenaren in de vorm van bij voorbeeld lagere tarieven OZB, waterschapslasten en vaarontheffingen.
  4. Meer handhaving op het vaargedrag en veiligheid, eventueel te betalen uit de opbrengsten voor de vaarontheffingen.
  5. Samenwerking met de georganiseerde watersport (SWRP) op het gebied van vaartoezicht, handhaving te snel varen, ontwikkeling en herstel van natuurwaarden en afstemming van georganiseerd gebruik (wedstrijdkalender).
  6. Vaarverbod met ontheffingen waarvan de opbrengsten uit leges terugvloeien naar natuurontwikkeling en herstel.
  7. Strakker toezicht en handhaving op vaargedrag (snelheid, veiligheid, ankeren, leeftijd van de bestuurder, etc.).
  8. Zonering van de intensiteit van de recreatie: van intensief in het zuidwestelijk (’s-Gravenbroek en Elfhoeven) naar extensief in het noordoostelijk deel van het gebied (’s-Gravenkoop).
  9. Handhaven van de geïsoleerde ligging van de Reeuwijkse Plassen.
  10. Goede toiletvoorzieningen op de bestaande openbare recreatie terreinen aan de Twaalfmorgen, de Korsendijk-Groene Ree, Hortemansdijk-Lecksdijk en zo niet vanwege het risico op vandalisme: sluiting van die gebieden.
  11. Handhaving van de huidige doorvaarthoogten van de beweegbare bruggen in de Nieuwenbroeksedijk en Hortemansdijk.
  12. Regulering van vaarverkeer met stoplichten (om de 5 minuten vrije doorvaart) in de doorvaart van de Groene Ree en de Korsendijk.
  13. Varen met elektrisch voortgedreven boten.
  14. Het realiseren van een naturistenterrein voor naaktrecreatie.

De VWR is tegen

  1. Ongebreidelde ontwikkeling en intensivering van de recreatie.
  2. Plannen voor recreatieve ontwikkeling en gebruik van de plassen waarvoor geen overleg met de eigenaren van het gebied is gevoerd.
  3. De ontwikkeling van de Reeuwijkse Hout als ‘main port’ en transferium naar de Reeuwijkse Plassen.
  4. Vergroten van de (boven)regionale recreatieve functie van het plassengebied.
  5. Compartimentering van de plassen door Rijnland die de onderlinge verbinding en doorvaart bemoeilijken.
  6. Uitbreiding van commerciële vaartochten.
  7. Tegen nachtelijk varen vanwege oncontroleerbaarheid, veiligheid en vandalisme.
  8. Een directe vaarverbinding met de Gouwe, Oude Rijn of Wiericke.
  9. Oneigenlijk en gedoogd gebruik van het recreatieterrein Twaalfmorgen voor naturisten en andere naaktrecreatie.

Acties VWR

  • Standpunten over recreatie bekend maken bij het College en de Raad van Bodegraven-Reeuwijk, de Provincie en het bestuur van het Recreatieschap en de Colleges en Raden van de deelnemende gemeenten.
  • Lagere tarieven voor vaarontheffingen voor eigenaren en hogere tarieven voor niet eigenaren voorstellen in VEEN.
  • Onderzoek doen naar de waterschapslasten en OZB in relatie tot het recreatieve gebruik van eigendommen, wat gezien kan worden als zogenaamde Groene en Blauwe diensten.
  • Pleiten voor toiletvoorzieningen op openbare recreatieterreinen van het recreatieschap.
  • Pleiten van aanleg van stoplichtvoorzieningen bij de doorvaarten in de Korsendijk en de Groene Ree.
  • Pleiten bij het Recreatieschap en de Raden van de deelnemende gemeenten voor het officieel aanwijzen van een gebied waar naturisten en ‘andere zonaanbidders’ kunnen recreëren. Dat gebied duidelijk aangeven voor andere recreanten, zodat deze niet ongewild toeschouwer worden bij handelingen die in strijd met de openbare orde en zedelijkheid zijn.