Ruimtelijke ordening

Ruimtelijke ordening neemt binnen het beleid van de VWR een belangrijke plaats in. Watereigenaren zijn meestal ook eigenaren van percelen land en oevers. De Ruimtelijke Ordening houdt niet op bij de oever. Bij Ruimtelijke Ordening gaat het niet alleen over bebouwing, maar meestal veel meer over het beleid op het gebied van inrichting, bestemming en ontwikkeling. Centraal bij ruimtelijke ordening staan wet- en regelgeving, maar daar gaat het niet alleen over. Ook bestemmingsplannen, visieontwikkeling, projectontwikkeling, natuurbeheer recreatieontwikkeling, handel en industrie, werken, reizen en wonen. Dit alles heeft ook een weerslag op het plassengebied. Feitelijk zouden de wet- en regelgeving de watereigenaar (lees: iedere burger) zekerheid zou moeten bieden. Helaas, niets is minder waar. Veel wet- en regelgeving hebben lacunes en mazen. En laat het nu juist dikwijls de overheid zelf zijn die bij nieuw beleid of projecten kijkt waar de ruimte zit voor gewenste of juist ongewenste ontwikkelingen.

De VWR ziet het als haar taak om alle Europese, landelijke, provinciale, regionale en plaatselijke ontwikkelingen op dit gebied, voor zover deze betrekking hebben en mogelijk ook invloed hebben, op het plassengebied, te volgen. Veelal gaat het om beleid op een hoger niveau dan het lokale en dat maar gedeeltelijk op het plassengebied van toepassing is. Maar op de lange termijn kan dat wel degelijk uitwerking naar het gebied hebben. Denkt u maar eens aan het bouwbesluit, de nota Ruimte, de Kaderrichtlijn Water, de Vogel- en Habitatrichtlijn, het beleid op het gebied van waterberging en Europese maatregelen op het gebied van het jagen en vissen, met als afgeleide de Flora- en Faunawet. Deze laatste wet bijvoorbeeld heeft bij veel vissers en jagers enerzijds de middelen weggehaald om onderhoud aan hun eilanden en oevers te plegen en heeft anderzijds ook hun belang bij het onderhoud daarvan doen afnemen.

De VWR is pro-actief. Bij de sterk gebiedsgerichte regelgeving zoals een bestemmingsplan, een gebiedsvisie, de Verordening Watergebieden en Pleziervaart en de Algemeen Plaatselijke Verordening, de nota erfbebouwing, de notitie ligplaatsenbeleid, de provinciale en plaatselijke landgoederenregeling, etc. wordt deze regelgeving vaak ingekaderd door de algemene bovenliggende wetgeving. Maar in de lokale situatie is er veelal de mogelijkheid tot beïnvloeding via de politiek, de inspraak en het inspreken in gemeenteraad- en commissievergaderingen. Door onze actieve deelname aan diverse overlegstructuren heeft de VWR invloed.

En als het niet anders kan, dan schuwt de VWR ook de weg van het bezwaar, in beroep gaan en de gang naar de rechter niet. En in het verleden met succes.

De VWR heeft in het verleden invloed uitgeoefend en een stempel gezet op velerlei “projecten” waaronder het zomerwoningen beleid, de hoge bebouwing van het voormalige Rutgesterrein aan de Breevaart, de Wielerbaan Goudse Hout, de Reeuwijkse Hout, de Goudse Hout in het algemeen en de plannen voor bebouwing van de beruchte Elfhoevenlocatie. De VWR heeft samen met partners een Werkgroep Integrale Handhaving Reeuwijkse Plassen (WIHRP)(link) opgericht om de buitensporig scherpe kanten van deze aanpak van handhaving na vele jaren van gedogen bij de wethouder en de gedeputeerde te bespreken.