Natuurwaarden

Natuurwaarden en het gebiedsbelang

Het belang van het Reeuwijkse Plassengebied is groot. Noem Reeuwijk en men vraagt: ‘Waar ligt dat?’, zeg dan Reeuwijkse Plassen en men zegt: ‘Oh een mooi gebied, mooi wonen’. Helaas is de betekenis van de natuurwaarden van de Reeuwijkse Plassen nog maar relatief gering. Het is hard om dit te moeten zeggen maar het is zo. Wie in de jaren 50 van de vorige eeuw of eerder het gebied heeft gekend, zal dit beamen. Voor de meest volledige schets van het gebied in de 30er jaren van de vorige eeuw verwijst de VWR naar de monografie van Dr. A. Scheygrond ‘DE REEUWIJKSCHE EN SLUIPWIJKSCHE PLASSEN’ (link), 1933, Gouda – Brinkman en Zoon. Wie herkent nog het gebied zoals dat bij voorbeeld is omschreven op pagina 13?

De bekendste plas is Elfhoeven. Langs de zuidkant loopt de Platteweg, een landweg van nagenoeg ongerepte natuurlijke schoonheid, die zich met trage buigingen in oostelijk richting door het landschap slingert. Telkens weer heeft men een nieuw, verrassend uitzicht op “’t Wije”, waarin als drijvend op het water, de dicht met struweel begroeide eilandjes liggen.’

en: ‘…. of op Ravensberg, waar achter de hooge rietzoomen der eilandjes de kleine nijvere kweekers hun producten verzorgen en waar men nog terreintjes vindt, waar de natuurliefhebber ongestoord kan genieten van de weelderige plantengroei en de wouwaapjes kan bespionneren …. .’

Van een dergelijk gebied kan men in een nostalgische bui nu nog slechts dromen. Dat is de realiteit nu, anno 2011. De VWR erkent dat. Oorzaken? Die zijn er velerlei. De maatschappij en de economie veranderden. De na-oorlogse groei van economie en welvaart met alle gevolgen voor het milieu, heeft zich ook voor het Plassengebied doen gelden. De kleine kweker bestaat niet meer. Hun landtongen werden verkaveld en verkocht aan mensen die de Reeuwijkse Plassen vooral zagen als recreatiegebied. Recreëren en wonen aan het water is populair maar de mogelijkheden zijn schaars. De grond en de huizen zijn dus duur. Kleinschalige woningen met bijbehorende grond werden en worden voor veel geld verkocht aan mensen die er grote en mooie huizen op bouwen. Dit is geen waardeoordeel van de VWR maar de realiteit. Daarmee is ook niet gezegd dat deze mensen de natuurwaarden niet erkennen. In tegendeel zelfs. Velen deden en doen er juist alles aan om de natuurwaarden van het gebied waarin zij wonen te behouden. Maar het karakter van het gebied veranderde drastisch en doet dat nog steeds. Veel is te wijten aan de veranderde kwaliteit van het water, afkalvende oevers door de jaarlijkse herfst- en winterstormen, verdwijnende rietkragen door oevererosie, etc. Met de intensivering van de recreatie en de bewoning verdwenen de karakteristieke flora en fauna voor een deel. Wouwaapjes zijn al vele jaren niet meer te bespionneren, evenals de roerdomp en vele andere soorten van de flora en fauna.

De VWR zet zich in voor het gebied en het behoud van de nog aanwezige natuurwaarden.

In 1992 schreef de VWR een Herstelplan Reeuwijkse Plassen. In feite was het één groot zwartboek van teloorgang van natuurwaarden, maar ook met voorstellen tot verbetering en herstel. De toenmalige nieuwe wethouder Henk van der Smit pakte het plan in 1994 op en formeerde een ‘Werkgroep Toekomst Reeuwijkse Plassen’, het latere Overlegorgaan Toekomst Reeuwijkse Plassen (OTRP). Acties waren het uitbaggeren van sloten en watergangen en het aansluiten van alle woningen, inclusief recreatie- en zomerwoningen op een gesloten rioleringsstelsel.

Een tweede stap was het op één lijn brengen van de drie verenigingen van eigenaren, te weten de VWR, de Sluipwijkse Plassen, Natuurbehoud Plas ‘s-Gravenkoop en niet in de laatste plaats de gemeente Reeuwijk zelf. De uitkomst was een ‘convenant’ met als gezamenlijke uitgangspunten behoud en herstel van de natuurwaarden, beheersen van de recreatiedruk en controle en handhaving van het varen. Als uitvoerend orgaan daarvoor werd de stichting VEEN opgericht. Later trad ook de georganiseerde watersport (SWRP) toe, nadat die organisatie ook de uitgangspunten van het convenant had onderschreven. Belangrijk en zeer vermeldenswaard is dat de SWRP het streven om de natuurwaarden te behouden en te herstellen volledig onderschrijft. Daarmee geeft deze organisatie aan meer te willen zijn dan een belangenbehartiger van watersport. De stichting VEEN beschikt door de netto opbrengsten van de vaarontheffingen en de compensatiegelden voor de zandwinconcessie Broekvelden/Vettebroek over financiële middelen om projecten van natuurherstel te realiseren. Vele projecten van natuurvriendelijke oevers (nvo’s) van particuliere eigenaren waren het gevolg. Inmiddels loopt bij Rijnland het project Schoon en Mooi. Een project dat de aanleg van nvo’s en verbetering van de waterkwaliteit beoogt. Rijnland beschikt door een budget van de Europese Kaderrichtlijn Water over een aanzienlijk bedrag voor de aanleg daarvan. De VWR neemt deel in de klankbord/begeleidingsgroep voor dit project.

Samenvattend kan het volgende gezegd worden. Mede geïnitieerd door het VWR-rapport Herstelplan Reeuwijkse Plassen, nemen na meer dan 16 jaar praten en vergaderen en vele tussentijdse rapporten, belanghebbende organisaties en instanties eindelijk hun verantwoordelijkheid en realiseren doelen uit het oorspronkelijke rapport.

Acties VWR

  • Evaluatie en actualisering Herstelplan Reeuwijkse Plassen.
  • Analyse: wordt het Reeuwijkse Plassengebied niet te veel bevoogd door de hoger instanties?
  • Inventarisatie: wie doet wat, wie is nu waar verantwoordelijk voor.
  • Hearing: wat vinden de eigenaren en andere lokale belanghebbenden er van.
  • Volgen van het project Schoon en Mooi van Rijnland.